Ritme is één van de basisvormen waarin wij tijd waarnemen; door dag en nacht, maand en jaar, hartslag en adem. Onbewust brengen wij in onze waarneming de afzonderlijke impulsen samen tot een geheel, tot een klankbeeld, vergelijkbaar met het luisteren naar muziek, waarbij men uit afzonderlijke tonen een melodie 'hoort'. Wordt geen ritme ervaren, dan ontstaat vermoeidheid en eentonigheid. Het impulskogeltoestel maakt ritme en kracht zichtbaar. Het fascineert enerzijds door een geheimzinnig lijkende overdracht van stootimpulsen, anderzijds door de precisie waarmee de wetmatigheid van dit natuurverschijnsel optreedt. Negen kogels zijn tegen elkaar opgehangen in een rij. Neemt men de eerste kogel om de volgende een stoot te geven, dan beleeft men iets wonderlijks: de stootkracht van de ene kogel gaat onzichtbaar door de hele rij andere kogels; de eerste kogel vindt daarbij zijn 'tegenspeler' in de laatste die uit de rij wordt gestoten en met nagenoeg dezelfde kracht terugbotst op de kogelrij. Dit voorval herhaalt zich tot de energie is opgebruikt. Met één of meer kogels kunnen steeds nieuwe varianten en telspelletjes worden uitgevoerd in gevarieerde ritmes. De wetmatigheden van veerkracht en energiebehoud kunnen hier worden beleefd.